Eisen aan tankopslag vloeibare meststoffen

28-06-2016

In het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling staan voorschriften voor het opslaan van vloeibare kunstmeststoffen in bovengrondse opslagtanks bij agrarische activiteiten.

In het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling staan voorschriften voor het opslaan van vloeibare kunstmeststoffen in bovengrondse opslagtanks bij agrarische activiteiten.

Uitvoering tank
De belangrijkste bodem- en veiligheidseisen voor de tank zijn:

  • De tank moet vloeistofdicht zijn en sterk genoeg, zodat deze niet vervormt
  • Als kans bestaat op verzakken, moet een doelmatige fundering aanwezig zijn
  • Vrij uitstromen van vloeistof mag niet mogelijk zijn
  • Alle aansluitingen op de tank moeten voorzien zijn van een afsluiter. Het moet duidelijk zijn of een afsluiter open of dicht staat
  • Leidingen moeten bovengronds liggen of in een daarvoor bestemde goot
  • Vulopeningen moeten zo zijn geplaatst dat beschadiging van buitenaf niet mogelijk is
  • Vulleidingen moeten op afschot zijn gelegen, tenzij dit technisch niet mogelijk is
  • De tank moet zijn voorzien van een overstortleiding, met een diameter van 50 millimeter, die uitmondt op vijf centimeter boven de vloer

Vloeistofkerende vloer of lekbak

  • De tank moet staan boven een vloeistofkerende vloer die samen met opstaande randen een lekbak vormt, of in een vloeistofdichte lekbak.
  • Zowel de vloer die met de randen een lekbak vormt, als de lekbak, moet de totale inhoud van de tank kunnen bevatten. Als twee tanks in de lekbak staan, moet de lekbak een inhoud hebben van de inhoud van de grootste tank plus 10% van de inhoud van beide tanks.

Eisen gebruik 
De belangrijkste bodem- en veiligheidseisen voor gebruik zijn:

  • Goed afsluiten vulleidingen na vullen van de tank
  • Vulleidingen die op afschot liggen aflopend naar de tank. Is dat niet mogelijk, dan doorblazen na het vullen van de tank als ze niet leeg zijn
  • De tank voor hoogstens 95% vullen

Vloeistofkerende voorzieningen

Een vloeistofkerende voorziening is een fysieke barrière die een stof tijdelijk kan keren. Dit in tegenstelling tot een vloeistofdichte vloer die een duurbelasting moet kunnen verdragen. Omdat vloeistofkerende voorzieningen stoffen maar tijdelijk keren, gelden daaraan gekoppeld organisatorische beheermaatregelen (incidentenmanagement), zodat gemorste vloeistoffen direct worden opgeruimd, voordat indringing in de bodem kan plaatsvinden. Onder andere door heldere werkinstructies bij lekkage of morsen en voldoende hulpmiddelen om gemorste vloeistoffen tijdig op te ruimen. Het gebruik van een vloeistofkerende voorziening is onlosmakend verbonden aan het toepassen van incidentenmanagement. Zonder dit is er geen sprake van een vloeistofkerende voorziening.

Lekbakken

Voor lekbakken geldt dat de bodembeschermende werking ook door de daarop afgestemde bodembeschermende maatregelen is gewaarborgd. Ook gelden een aantal minimumeisen. Zo moet minimaal rekening worden gehouden met de opvang en afvoer van regen (indien niet voorzien van een deksel of afdekking). Daarnaast moet de lekbak voldoende opvangcapaciteit hebben. De opvangcapaciteit kan van belang zijn om te voorkomen dat een stof buiten de lekbak belandt (bodemaspect). Daarnaast kan de opvangcapaciteit van belang zijn om te voorkomen dat plasbranden ontstaan bij brand (veiligheidsaspect).

Opvangcapaciteit

De minimale grootte van de opvangcapaciteit is afhankelijk van wat er boven of in de lekbak staat. Er geldt een algemene eis voor de opvangcapaciteit bij opslagtanks en verpakkingen (artikel 2.4, derde lid van de Activiteitenregeling). Maar soms kunnen, afhankelijk van de opslagsituatie, ook specifieke eisen gelden voor de opvangcapaciteit. Hieronder zijn de eisen opgesomd áls een lekbak wordt gebruikt als bodembeschermende voorziening. De opsomming is niet bedoeld om aan te geven óf een lekbak als verplichte bodembeschermende voorziening is voorgeschreven.

Algemene eis opvangcapaciteit

Eén opslagtank of verpakking op of in de lekbak 

  • De opvangcapaciteit is ten minste 110% van de inhoud van de opslagtank of verpakking.

Meerdere opslagtanks of verpakkingen op of in de lekbak

  • De opvangcapaciteit is ten minste 110% zijn van de inhoud van de grootste opslagtank of verpakking. De totale opvangcapaciteit is ten minste 10% van de inhoud van alle opgeslagen vloeistoffen.

Opslag van vloeibare kunstmeststoffen in verpakking bij agrarische activiteiten

  • Bij opslag van vloeibare kunstmeststoffen in verpakking (IBC) bij agrarische activiteiten, is de opvangcapaciteit van een lekbak ten minste gelijk aan de inhoud van de verpakking. Bij meerdere verpakkingen is de opslagcapaciteit ten minste gelijk aan de inhoud van de grootste verpakking. Dit vermeerderd met 10% van de overige verpakkingen.
Terug naar overzicht