Het belang van calciumbemesting

14-04-2011

In tegenstelling tot de groente- en aardappelteelt is men zich in de fruitteelt al langer bewust van het belang van calciumbemesting. In de appelteelt, maar ook steeds meer in de perenteelt, trachten telers door onder andere bemesting het calciumgehalte in de vruchten bij te sturen. Het calciumgehalte in de vrucht is namelijk één van de factoren die de bewaarduur bepaalt. Waarom calcium het kwaliteitselement bij uitstek is, leggen we u uit.

Calcium is een essentieel element voor de opbouw van planten. Het heeft een cruciale rol bij de celdeling en bij het stabiliseren van membranen in de cel. Calcium remt eveneens de enzymactiviteit die celwanden afbreken. Calcium is dus duidelijk een kwaliteitselement. Gewassen en/of vruchten met een hoog calciumgehalte kunnen beter bewaard worden. De vrucht verliest minder water en blijft langer stevig. Kortom, een kwalitatief betere opbrengst!

 

Calciumgebrek herkennen
Calcium moet beschikbaar zijn tijdens de gehele groeicyclus van de plant, maar de behoefte is het grootst tijdens de celdeling en perioden van snelle of sterke groei. Als er tijdens de groei echter geen extra calcium wordt toegediend, raakt de bodemoplossing uitgeput en kan een calciumtekort optreden. De verschijnselen van een calciumtekort zijn vaak niet meteen zichtbaar. Meestal wordt een calciumtekort pas waargenomen bij:

  • Het uitgroeien (kurkstip bij appel en peer);
  • In het volwassen stadium van het gewas (vb. inwendige rand bij kool)
  • Tijdens de bewaring van de vrucht of knol (rotten van aardappel)
  • De ontwikkeling van de gebreksziekte begint echter veel vroeger in het seizoen, namelijk bij de aanleg van het betreffende weefsel.

Andere voorbeelden van calciumtekort:

  • Zwarte harten bij knolselderij
  • Inwendige rand bij sla en kool
  • Interne bruinverkleuring bij spruiten
  • Neusrot bij tomaat, paprika en pepers
  • Kurkstip op appel en peren
  • (Groei)scheuren op kleinfruit (kersen)
Terug naar overzicht